donderdag 22 mei 2008

Indiana Jones and the Kingdom of the Crystal Skull

Negentien jaar na het laatste Indiana Jones-avontuur ging gisteren The Kingdom of the Crystal Skull in premiere. Ik als gigantisch grote Indy-fan, moest hem gisteren gewoon gaan zien.

Ik zal maar meteen een antwoord geven op de meest prangende vraag: zuigt de film of laat hij de mythologsche Indiana Jones-saga in ere achter?
Hoewel de film niet het niveau van bijvoorbeeld Raiders of the Lost Ark haalt, laat Indiana Jones zijn zweep nog eens goed knallen. Spielberg en Co hadden waarschijnlijk niet de ambitie om grensverleggend werk te presenteren, zoals ze wel hadden gedaan met Raiders. Gelukkig zie je wel de hand van de meester (Spielberg) in sommige scenes erg duidelijk terug en zijn er wel stukken in de film die de vergelijking met de originele trilogie (deels) kunnen doorstaan.

Alle typische Indy-ingrediënten zijn weer aanwezig: exotische locaties, lekker ouderwets knokwerk, gigantische decors, valkuilen, tempels, mensetende insecten, dwaze achtervolgingen, en natuurlijk Harrison Ford als Indiana Jones. Het pak en de hoed passen hem nog steeds, al is hij wel wat ouder geworden (wat ook in de film goed wordt uitgewerkt), maar hij ís nog altijd de 'man met de zweep'.
De film speel zich af in 1957, vollop tijdens de Koude Oorlog. De slechterikken van dienst zijn dus geen nazi's, maar wel de Rooien. Die evolutie in de tijd is kenmerkend voor de sfeer en setting van de film en levert in het begin van de film een knallend grapje met een ijskast.

De film begint letterlijk en figuurlijk met een 'bang' en zet er meteen de vaart in. Het is goed om te zien dat Indiana Jones ondanks zijn leeftijd nog het merendeel van de actie krijgt toegewezen én dat ze zo min mogelijk special effects hebben gebruikt. Enkel op het einde is het een orgie aan CGI, en het over the top science-fiction einde zal niet bij iedereen in de smaak vallen.

Spielberg heeft ook gezorgd dat de film zo veel mogelijk een retro-feel over zich had, en werkte dus nog met ouderwetse camera's in plaats van digitale (wat George Lucas wél wilde). Ook een absoluut pluspunt is het feit dat ze bijna niet met green screens hebben gewerkt, maar met 'echte sets', die wel imposant groot zijn (de opslagplaats in Nevada is echt zo groot als ze eruit ziet in de film) en bijdragen aan de authenciteit van de Indy-films.

Er zijn natuurlijk wel wat minpuntjes. De film heeft ondanks zijn vaart toch wat van de fun en snelheid van de originele films ingeboet. Ford is weer op dreef als Indy en de film is een rollercoaster vol klassieke grappen en spannende stukken (het drijfzand! de achtervolging in de jungle! die mieren!) maar misschien probeert de film net iets te adembenemend te zijn. Ik denk dat de actiescenes die ongeloofelijk goed zijn opgebouwd, misschien net wat téveel gechoreografeerd zijn. Ken je de finale van The Temple Of Doom, op die hangbrug die ineenstort? Wel, dat was one luck shot, ze konden dat maar één keer filmen, of ze hadden niets. Het was erop of eronder. Er werd ook meer geimproviseerd op de set zelf. Dat bedoel ik een beetje denk ik.
Aan de andere kant zien de actie-scènes er wel degelijk 'echter' en menselijker uit dan de meeste blockbusters dezer tijd en zijn die momenten van actie overzichtelijk. Veel daarvan is dankzij de klassieke montage (verwacht geen kinetische montage a la Mr. & Mrs. Smith) wat teruggrijpt naar de vroegere films en dat werkt. De 'Indiana Jones-sfeer' is daardoor vollop aanwezig. Nog even vermelden dat de achtervolging in de jungle de originele truckchase uit Raiders bijna overtreft en dat de scène met het drijfzand en de slang voor een hilarisch tafereel zorgt dat naast de grappigste stukken van de vorige films kan worden gezet.

Wel moet nog gezegd worden dat er wat teveel side-kicks zijn voor Indy en geen enkele even interessant is als bijvoorbeeld Sean Connery in The Last Crusade. Vier mensen om mee te zeulen is wat teveel. Daardoor werd de love-interest tussen Indiana en Marion (inderdaad, die van Raiders) niet zo goed uitgewerkt. Shia LaBeouf (Mutt Williams) is een leuk personage, maar voegt niet veel toe aan de film, en naar het einde toe komt hij wat teveel in beeld, wat doet vermoeden dat hij diegene is die de hoed en zweep van Indy zal overnemen. Let nog wel op de leuke rol van John Hurt als de 'getikte' professor Oxley. Naar het einde toe werd het plot ook wat gerushed, en misschien zal de ontknoping voor een Indiana Jones film wat vreemd en teleurstellend overkomen.

Hoewel ik ergens hoopte op een nieuwe Raiders of the Lost Ark, is dit gewoon een goede film geworden.
Het had nog tien keer beter kunnen worden, maar ook tien keer slechter (hum, Star Wars, hum...¨Phantom Menace...). En uiteindelijk winnen de positieve punten het toch van de negatieve, want de film haalt dan wel nooit het torenhoge niveau van de vroegere films, het is wel een bad vol nostalgie en fun.

Dus voor iedereen die Indiana Jones een warm hart toedraagt en hem nog één laatste maal wil zien schitteren op het witte doek, rep u zo snel mogelijk naar de cinéma en geniet van de dolle rit.

Waardering: **

0*= rotzooi
*= zwak
**= goed
***= zeer goed
****= meesterwerk


PLUSPUNTEN:
-Harrison Ford = Indiana Jones
-Spetterende actie en typische Indy-humor
-Klassieke look/sfeer
-Relatief weinig CGI
-Gigantische sets
-Sommige scenes gelijkwaardig aan de originele films

MINPUNTEN:
-Teveel side-kicks
-Is niet even revolutionair of inspirerend als bv. Raiders
-Verhaal is wat warrig en gerushed naar het einde
-Haalt nooit echt het niveau van de drie eerste films
-Toch wat téveel CGI voor een Indy-film?

0 reacties: